Terwijl de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen doorstijgt tot een absoluut record, zien Wallonië en Brussel juist een achteruitgang. ‘Het is bijzonder cynisch dat dit aanleiding geeft tot hoera-communicatie bij de PS, terwijl alleen Vlaanderen verdienste heeft aan het positief Belgisch cijfer,’ zegt Vlaams minister van Werk Jo Brouns, ‘meer dan ooit blijven verdere hervormingen in het arbeidsmarkt- en activeringsbeleid broodnodig.’

Gisteren nog werd door federaal minister van Werk Dermagne fier gemeld dat de Belgische werkgelegenheidsgraad – dat is de tewerkstelling bij 20 tot 64- jarigen- in het vierde kwartaal van 2022 gestegen is tot 72,3 procent. Uit de regionale cijfers van StatBel blijkt nu dat dat uitsluitend de verdienste is van Vlaanderen. De Vlaamse werkzaamheidsgraad steeg in de laatste drie maanden van 2022 van 76,8% naar 77,2%, terwijl de Waalse en Brusselse werkzaamheidsgraad juist ter plaatse blijft trappelen.

Op jaarbasis stijgt de werkzaamheidsgraad in onze regio met 1,4 procentpunten ten opzichte van 2021: 76,7% van de 20 tot 64-jarigen is aan de slag. Dat is een absoluut record en ruim boven het Europese gemiddelde van 74,7%. In provincies zoals Oost- en West-Vlaanderen werd al in het 3e kwartaal van 2022 bijna het streefdoel van de 80% werkzaamheidsgraad bereikt.

Minister Brouns roept zijn federale collega Dermagne (PS) op om eindelijk werk te maken van een cruciale federale arbeidsmarkthervorming en asymmetrisch beleid zoals afgesproken in het federale regeerakkoord. ‘De Belgische stijging werd gisteren nog bejubeld, maar nu blijken enkel de Vlaamse cijfers verantwoordelijk te zijn voor de Belgische vooruitgang’, zegt Brouns, ‘hoera-communicatie is dan ook ongepast. De uitdaging blijft bijzonder groot en vandaag doen Wallonië en Brussel hun deel van de inspanning niet. Ook zij hebben nood aan een aangepast beleid. Geef de regio's die sleutels in handen.’