Varkensbedrijven met hoogste stikstofimpact op natuur kunnen rekenen op stopzettingsvergoeding
Vooraankondiging oproep (gedeeltelijke) stopzetting varkenshouderijen
Varkensbedrijven met de hoogste stikstofimpact op natuur kunnen vervroegd stoppen en op vrijwillige basis intekenen op een (gedeeltelijke) stopzettingsregeling van de Vlaamse overheid. De Vlaamse regering keurde vandaag op voorstel van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir en Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns de technische details goed voor zo’n regeling De regeling wordt nu voorgelegd aan de Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens en aan de Raad van State. Tegelijk wordt het aangemeld bij de Europese Commissie. Landbouwers waarvan bij de VLM bekend is dat ze aan de voorwaarden voldoen, worden vervolgens daarover actief geïnformeerd.
In functie van een globale afbouw van de varkensstapel tegen 2030 en rekening houdend met de crisis in de varkenssector wordt een vrijwillige stopzettingsregeling voor (gedeeltelijke) varkensbedrijven voorzien. Dat is één van de maatregelen die bijdraagt aan de doelstellingen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
Eén van de doelen is om het aantal varkens met 30% te reduceren tegen 2030 en via een oproep tot stopzetting de uitstoot van ammoniak sterk terug te dringen in Vlaanderen. Daarbij wordt een vergoeding voorzien voor vrijwillige (gedeeltelijke) stopzetting van de varkensbedrijven met de meeste impact op de stikstofgevoelige habitats en soorten binnen de aangeduide speciale beschermingszones.
De Vlaamse Regering heeft vandaag deze maatregel principieel goedgekeurd. De regeling wordt nu voor advies aan de Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens en aan de Raad van State voorgelegd. Tegelijk wordt akkoord aan de Europese Commissie gevraagd. Waar nodig zullen hun opmerkingen verwerkt worden in de definitieve oproepregeling.
De Vlaamse Regering heeft ook beslist dat er een vooraankondiging van de oproep wordt gelanceerd. Zo kunnen landbouwers in afwachting van de eigenlijke oproep zelf al kennis nemen van het reglement en krijgen ze de tijd om de afweging te maken.
Na de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering na de zomer wordt deze eerste oproep gedurende 1 maand opengesteld. De bedoeling is dat dit in het vroege najaar zal gebeuren.
Welke varkensbedrijven zullen in aanmerking komen voor de oproep?
Alle exploitanten met een exploitatie waarop varkens worden gehouden die een impactscore hoger dan 0,5% hebben, komen in aanmerking. Varkensstallen van gemengde bedrijven komen ook in aanmerking. De exploitatie van het bedrijf mag nog niet stopgezet zijn op het moment van de aanvraag. Exploitanten die gekend zijn bij de VLM met die voorwaarde worden daarover per mail geïnformeerd door de VLM op het moment van lancering van de vooraankondiging. Andere exploitanten kunnen zelf aantonen via de impactscoretool dat ze voldoen aan die voorwaarde.
Hoeveel bedraagt de vergoeding en hoe wordt die toegekend?
Er wordt voor vleesvarkens een vergoeding voorzien van 154 euro per ingevulde dierplaats. Voor zeugen (inclusief biggen tot 7kg) bedraagt die 855 euro, voor biggen met een gewicht van 7 tot 20 kg is er een vergoeding van 45 euro voorzien. De vergoeding wordt berekend op de stalbezetting zoals opgenomen in de mestbankaangifte van het jaar 2021.
De sloopvergoeding voor een stal bedraagt 40 euro/m2. Voor de aangrenzende erfverharding is 8 euro/m2 voorzien. Deze bedragen zijn nog onder voorbehoud van finale goedkeuring door de Europese Commissie.
De opkoopregeling voor de varkensbedrijven gebeurt binnen het voorziene budget. De impactscore van de exploitatie is het belangrijkste rangschikkingscriterium. Daarnaast speelt ook het gebruik van de sloopvergoeding een rol bij de rangschikking. Bedrijven die er gebruik van maken, krijgen een hogere rangschikking.
Zodra de vooraankondiging wordt gepubliceerd kan men het ontwerp van reglement en de aanvraagvoorwaarden raadplegen op de website van de VLM.
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir: “Vlaanderen zal altijd meer dan voldoende plaats hebben voor voedselvoorziening, maar niet overal op de schaal zoals we die vandaag kennen. Het stikstofakkoord is dan ook niet het einde van de landbouw, maar een nieuwe begin. Zeker de varkenssector gaat al jarenlang van crisis naar crisis, te meer omdat we veel meer produceren dan we zelf consumeren. Door varkensboeren een vrijwillige stopzetting aan te bieden kunnen we én heel wat landbouwers uit de nood helpen én de varkensstapel verder afbouwen én de uitstoot van ammoniak terugdringen”.
Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns: “Met deze vrijwillige stopzettingsregeling voor varkensbedrijven komen we tegemoet aan een vraag vanuit de sector die al enkele jaren woelige tijden meemaakt. De reductie van ammoniak-uitstoot die deze stopzettingsregeling met zich meebrengt moet het nodige perspectief creëren voor de varkenshouders die kwalitatief, veilig en lekker varkensvlees blijven produceren, in het bijzonder onze jonge boeren.”
Rekenvoorbeeld gesloten varkenshouderij
De varkensstallen op een exploitatie worden stopgezet en de exploitant dient een aanvraag in voor een stopzettingsvergoeding (voor alle stallen) en sloopvergoeding voor stal 1 en 2. Stal 3 wil de exploitant na ontmanteling van de stalinrichting verder benutten als opslagplaats voor akkerbouw activiteiten.
Op de exploitatie zijn de volgende stallen aanwezig:
Stal 1: stal voor 140 zeugen (met afdeling voor drachtige zeugen, kraamafdeling, afdeling voor opfokzeugen, beerafdeling) en 500 biggen tot 20 kg (oppervlakte 860 m²)
Stal 2: stal voor afmesten 600 vleesvarkens (oppervlakte 550 m²)
Stal 3: stal voor afmesten 600 vleesvarkens (oppervlakte 550 m²)
De overheid berekent de vergoeding:
Het voorstel van vergoeding bedraagt EUR 288.150 voor stopzetting en EUR 56.400 voor de bijkomende kosten van het slopen (40 EUR/m² X 1410m²).