Jo Brouns

View Original

VDAB als kruispuntorganisatie voor jongeren zonder werk

In Vlaanderen zijn 7 op de 100 jongeren tussen 15 en 25 jaar zogenaamde ‘NEET-jongeren’: Not in Employment, Education or Training. Dat komt neer op 52.000 jongeren die geen opleiding of stage volgen en ook niet aan het werk zijn. Ze zijn niet allen gekend of ingeschreven bij VDAB. Op initiatief van Vlaams minister van Werk Jo Brouns geeft de Vlaamse regering de opdracht om samen met gespecialiseerde partnerorganisaties deze doelgroep meer dan ooit te bereiken en te begeleiden naar werk. Dat meldt de minister vandaag in de commissie. Datadeling met bv. OCMW’s of onderwijs staat daarbij centraal om alle jongeren te vinden. De leeftijdsgrens wordt daarbij tevens opgetrokken van 25 naar 30 jaar. Dit alles heeft de Vlaamse Regering op voorstel van Vlaams minister van Werk Jo Brouns goedgekeurd.

‘Deze nieuwe werkmethode voor VDAB is enorm belangrijk omdat het om een bijzonder kwetsbare groep gaat. Net daarom moet VDAB als arbeidsmarktregisseur de bevoegdheid krijgen om al deze jongeren te detecteren, te bereiken, en gepast te kunnen begeleiden in samenwerking met gespecialiseerde partners. Met deze beslissing kan VDAB ook datakoppelingen opzetten met bv. OCMW’s of onderwijs om zo deze jongeren beter te kunnen detecteren, te bereiken en te begeleiden naar werk,’ zegt minister Brouns.

In eerste instantie wordt de doelgroep vergroot naar leerlingen en studenten tot en met 30 jaar. Daarmee is de aanpak in Vlaanderen in overeenstemming met de vernieuwde Europese Jeugdgarantie. Dit betekent ook dat jongeren zonder uitkering maar wel ingeschreven bij VDAB actiever zullen worden opgevolgd en begeleid naar werk.

Een aantal jongeren vindt de weg naar de VDAB niet, omdat ze afhaken in het onderwijs of omdat ze stoppen met hun schoolloopbaan zonder zich in te schrijven bij VDAB als werkzoekende. Sinds 2017 heeft VDAB een datakoppeling met de onderwijsdiensten. Zo krijgen zij eenmalig een melding van vroegtijdige schoolverlaters en hebben zij de machtiging om deze jongeren eenmalig schriftelijk te contacteren om hen te bereiken en naar verdere begeleiding toe te leiden. VDAB stelt ook vast dat een aantal jongeren die ze in eerste instantie wel bereiken nadien terug van de radar verdwijnen. Deze kwetsbare groep (veelal NEET’s) vereisen specifieke partnerschappen en een specifieke aanpak om hen (alsnog) te bereiken.

VDAB wil samen met zijn partners meer uitbreken om nieuwe talenten die zich (nog) niet aanbieden op de arbeidsmarkt – mensen die niet actief op zoek zijn naar werk – bereiken. Mede in kader hiervan geeft minister Brouns nu aan VDAB de mogelijkheid om nieuwe datakoppelingen op te zetten in functie van een beter bereik en identificatie van NEET-jongeren.

Naast de onderwijsdiensten zal VDAB ook nieuwe datakoppelingen opzetten met andere partners. Zo kan de arbeidsbemiddelaar echt een kruispunt/regisseur worden die jongeren opvangt in hun zoektocht naar de arbeidsmarkt. Naast de onderwijsdiensten (Agodi, AHOVOKS en Syntra) kijken we nu ook naar het OCMW, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de hogere onderwijsinstellingen en verschillende partners binnen de jongerenprojecten van het Europees Sociaal Fonds.

Met deze nieuwe datakoppelingen vernauwt VDAB drastisch het net waarmee zij naar NEET-jongeren vissen – en dit samen met een uitbreiding van de doelgroep. Zo kunnen zij hun rol als activeringsregisseur ten volste waarnemen en zullen er aanzienlijk minder jongeren uit de boot vallen.

 Wim Adriaens, gedelegeerd bestuurder VDAB: ‘Deze beslissing van de Vlaamse Regering geeft ons de ruimte om een sterkere rol als regisseur in te nemen. We kunnen gespecialiseerde partners meer en beter betrekken zodat deze jongeren de dienstverlening kunnen krijgen die nodig is om stappen naar werk te kunnen zetten. Voor ons is dit een belangrijke doelgroep waar we zorgvuldig aandacht aan willen besteden. Bij hen zit heel wat potentieel dat we niet verloren mogen laten gaan. Een opleiding of een job heeft bij deze jongeren een veel grotere positieve impact op lange termijn dan bij eender welke andere groep op de arbeidsmarkt. Daarom is gespecialiseerde dienstverlening door de juiste partners bijzonder belangrijk.’