Vlaanderen hanteert een nultolerantiebeleid tegen sociale fraude
De Vlaamse Regering heeft op voorstel van minister van Werk Jo Brouns een voorontwerp van decreet goedgekeurd dat de strijd tegen sociale fraude verder moet aanscherpen. Zo zullen ondernemingen die zware sociale fraude gepleegd hebben geen Vlaamse subsidies meer kunnen ontvangen. Minister Brouns: ‘Ik ga uit van een discours van rechten en plichten. Dat betekent dat we niet alleen een duidelijke, toepasbare en afdwingbare wetgeving verwachten, maar evenzeer een efficiënte en effectieve handhaving.’
Aanpassing van het bestaande sanctioneringskader
De Vlaamse Sociale Inspectie heeft de plicht om toe te zien op de naleving van de sociale wetgeving. Dit maakt deel uit van de strijd tegen de sociale fraude en illegale tewerkstelling. Het sanctioneringskader dat de Vlaamse Sociale Inspectie hanteert, had nood aan een actualisering. Zo zijn de sancties zijn minder hoog dan in het algemeen strafrecht (1) en wordt er vaak gewag gemaakt van een gevangenisstraf, terwijl financiële straffen zijn in de gegeven omstandigheden – inbreuken op sociale wetgeving – effectiever zijn (2). Uiteindelijk worden administratieve geldboetes niet geïndexeerd, noch werd er gebruik gemaakt van het systeem van opdeciemen. Door de sterke inflatie daalt bijgevolg de impact van de Vlaamse sancties (3).
De Vlaamse Regering heeft dan ook beslist om het sanctioneringskader te hervormen:
De gevangenisstraf wordt enkel behouden voor de zwaarste inbreuken, zoals illegale tewerkstelling, fraude met premies en subsidies of de exploitatie van een niet-erkend uitzendbureau;
Op de bedragen van de administratieve geldboeten zal er een eenvoudig systeem van indexering of opdeciemen toegepast worden, waardoor de boete vermenigvuldigd wordt met acht;
Fraude wordt strenger aangepakt. De sanctionering van inbreuken wordt meer gestroomlijnd, en waar nodig worden de sancties strenger. Misbruik van overheidsmiddelen, de maatschappelijke impact van de inbreuk of het feit dat de dader een professional, gebruiker of sociale onderneming runt, wordt allemaal in rekening gebracht.
Enkele voorbeelden van de impact van deze hervormingen:
Wanneer een bedrijf een persoon zonder papieren tewerkstelt, bedraagt de administratieve sanctie vandaag maximaal 18.000 euro. Dit bedrag stijgt tot 24.000 euro.
Wanneer iemand met dienstencheques aangenomen wordt voor prestaties die niet toegelaten zijn, is momenteel een administratieve geldboete voorzien van 1.800 tot 18.000 euro. Deze aanpak wordt meer op maat:
Wanneer niet kan worden aangetoond dat de inbreuk wetens en willens gebeurde, zakt de boete naar een vork tussen 1.200 tot 12.000 euro.
Wanneer het wetens en willens karakter wel is aangetoond, stijgt het bedrag naar een vork tussen 2.400 en 24.000 euro.
Verscherping van de wetgeving tegen sociale fraude
De Vlaamse Sociale Inspectie maakt vandaag al gebruik van nieuwe technologieën zoals ‘datamining’ en ‘datamatching’ om fraude op te sporen. Zo kunnen bijvoorbeeld databanken met elkaar worden gekruist om de inspecteurs gericht op pad te sturen, denk bijvoorbeeld aan buitenlandse uitzendkantoren, de lijst van activiteiten van die bedrijven in ons land en de lijst van Vlaamse erkenningen voor die bedrijven. Indien blijkt dat bepaalde van die kantoren in ons land actief zijn maar geen erkenning bezitten, is een controle aangewezen. Ook bij gebruik van dienstencheques kan artificiële intelligentie waarschuwingen geven wanneer afwijkend gedrag wordt gedetecteerd bij de cheques die voor terugbetaling worden ingediend.
Ook wordt de juridische basis om e-PV’s op te stellen en onderlinge informatie uit te wisselen tussen de databank van de Vlaamse Sociale Inspectie en de federale databank e-PV. We stemmen tevens af op het toekomstige Vlaams handhavingskader.
Sociaalrechtelijke inspecteurs krijgen de bijkomende mogelijkheid om bewoonde lokalen die hetzij onderdeel uitmaken van de werkplek of die in de onmiddellijke nabijheid van de werkplek gelegen zijn te betreden in functie van een betrapping op heterdaad. Wanneer inspecteurs tijdens hun controle mensen zonder papieren aan het werk aantroffen, konden ze niet meer optreden wanneer deze personen zich in een privéwoning bevonden. Er was dan toestemming nodig van de rechter, waardoor die personen reeds vertrokken waren voordat de inspecteurs zich toegang tot de woning konden verschaffen. Uiteraard dient er met deze bevoegdheid terughoudend te worden omgegaan en kan dit enkel bij een betrapping op heterdaad worden ingezet.
Daarnaast wordt het eenvoudiger om administratieve geldboeten te innen bij bedrijven die buiten België zijn gevestigd. Op dit moment worden bijvoorbeeld regelmatig Nederlandse uitzendkantoren zonder erkenning aangetroffen in Vlaanderen. De geldboeten die in dat geval worden opgelegd, dienen ingevorderd te worden in Nederland. We voorzien een juridische basis om dit efficiënter te laten verlopen.
Uiteindelijk zullen ondernemingen die zware inbreuken hebben gepleegd en hiervoor gesanctioneerd worden, tijdelijk het recht op subsidies ontnomen worden. Een bedrijf dat bijvoorbeeld definitief gesanctioneerd is om het tewerkstellen van personen zonder verblijfsvergunning zou het recht op subsidies vanuit het beleidsdomein werk tijdelijk kunnen verliezen.
Minister Brouns zal nu de adviezen inwinnen van de SERV, de Vlaamse Toezichtscommissie, het College van Procureurs-Generaal en de Raad van State, om vervolgens opnieuw dit dossier voor te leggen aan de Vlaamse Regering. ‘Sancties zijn voor mij nooit een doel, maar een stok achter de deur. De straf moet ook steeds proportioneel zijn. Fraude kunnen we nooit onbestraft laten. Net daarom willen we het sanctiekader aanpassen en bijkomende maatregelen nemen. Recente cases op vlak van illegale tewerkstelling tonen de noodzaak aan van een kordaat en effectief sanctioneringsbeleid,’ besluit minister Brouns.