Vlaanderen test via 2 eerstelijnszones een geïntegreerde aanpak om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken
Vlaanderen telt meer dan 250.000 langdurig zieken. Dit betreft een groep mensen die vaak wel interesse heeft om hun plaats op de arbeidsmarkt opnieuw op te nemen, maar daar de nodige ondersteuning voor nodig heeft. Een nieuwe, integrale visie op zorg kreeg gestalte door de oprichting van de Eerstelijnszones. Wie langdurig ziek is, kampt immers vaak met verschillende problematieken: een mensgerichte, integrale aanpak is nodig. De patiënt komt centraal te staan en de zorgnood wordt door hem of haar bepaald. Vlaams minister van Werk Jo Brouns en Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits willen deze nieuwe visie ook toepassen in het traject naar werk. Werk kan immers evenzeer een onderdeel van herstel betekenen. Daarom ondersteunen zij een nieuw onderzoek dat de Eerstelijnszones een faciliterende rol geeft om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten.
Eerstelijnszones bundelen de verschillende zorgprofessionals waar patiënten in eerste instantie bij terecht komen, zoals huisartsen. Ze creëren een meerwaarde door het werk van lokale overheden, zorg- en hulpverleners beter op elkaar af te stemmen, met als doel een effectieve en kwalitatieve eerste lijn waar de patiënt centraal staat en die toegankelijk is voor iedereen. Deze eerstelijnszones worden aangestuurd door zorgraden. In het bestuursorgaan van deze zorgraden zetelen vertegenwoordigers vanuit vier verschillende clusters (zorg, welzijn, lokale besturen en personen met een zorgnood). Deze samenstelling laat het toe om clusteroverstijgende verbetertrajecten te lanceren binnen de eerstelijnszones. Zo worden historische muren tussen verschillende zorginstellingen en trajecten weggewerkt.
Project Terugkeer naar Werk
Langdurig zieken die al een tijdje niet meer participeren op de arbeidsmarkt kampen relatief vaak met verschillende zorgnoden. Deze personen ondervinden verschillende drempels om de stap naar de arbeidsmarkt terug te zetten. In het reactiveringsbeleid is er dus nood kijkt men eerst en vooral naar de noden van de patiënt en legt men de focus op het functioneren in de maatschappij. We bekijken werk niet langer als een einddoel, maar als een onderdeel van het proces aan een geïntegreerde visie op de werkzoekende. Vlaams minister van Werk Jo Brouns: ‘Op het lokale niveau kunnen we langdurig zieken bereiken om de stap naar werk te zetten. Op het lokale niveau kunnen we de diensten inschakelen die nodig zijn voor mensen om hun participatie aan de samenleving te versterken. Werk en maatschappelijke participatie kunnen een onmisbaar deel zijn van genezing,’ Een succesvolle en duurzame re-integratie veronderstelt daarbij een gecoördineerde samenwerking tussen verschillende actoren, zoals huisartsen, mutualiteiten en werkgevers. Zij spannen zich samen in om de re-integratie van de patiënt te faciliteren. Er bestaan reeds vele projecten en initiatieven om zieken die (terug) aan het werk willen te ondersteunen, maar voor de zieke is het niet altijd evident om in die veelheid van projecten en actoren zijn of haar weg te vinden. Eerstelijnszones zijn daarbij belangrijke partners, omdat zij opereren op het punt waar zorg, welzijn en lokale overheden samenkomen.
Daarom financieren minister Brouns en minister Crevits een nieuw project onder leiding van professor Godderis en professor Stinissen, van KU Leuven en UHasselt, in twee eerstelijnszones: Leuven en Limburg. De doelstelling is daarbij om te onderzoeken hoe de terugkeer naar werk na langdurige ziekte verbeterd kan worden via de werking van deze eerstelijnszones. Het resultaat van deze projecten kan leiden tot een plan van aanpak dat in de andere ELZ’s in Vlaanderen geïmplementeerd kan worden. Onder leiding van professor Godderis en professor Stinissen zal gekeken worden hoe het traject naar werk vanuit het oogpunt van de patiënt ondersteund kan worden om zo tot een integrale aanpak te komen. ‘Het moet eenvoudig en duidelijk zijn waar een langdurig zieke die wil en kan werken, terecht kan voor de nodige informatie, ondersteuning en begeleiding,’ zegt minister Brouns. Onderzoek wijst uit dat herintrede op de arbeidsmarkt in de eerste maanden na de ziekte, de grootste kans geeft op een geslaagde re-integratie.
Doorheen een periode van twaalf maanden zullen de teams en de betrokken eerstelijnszones aan de slag gaan met verschillende doelgroepen binnen hun werkingsgebied. Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Hilde Crevits: 'Het aantal langdurig zieken blijft stijgen. De re-integratie van mensen in de arbeidsmarkt na een langdurige ziekte vraagt ook een specifieke aanpak. Onze eerstelijnszones hebben ervaring met het populatiegericht werken en het samenbrengen van verschillende partners aan tafel. Want in dit verhaal is het belangrijk om het aanbod en de noden goed in kaart te brengen, en te gaan kijken hoe die beter met elkaar verbonden kunnen worden. Zodat de betrokken personen op een snelle en eenvoudige manier geholpen kunnen worden. Er zijn natuurlijk verschillen per regio, daarom is het relevant om in deze testcase zowel een stedelijke en meer landelijke regio mee te nemen.'
Finaal moet dit leiden tot een eenvoudiger proces voor de zieke en een vlottere samenwerking tussen de betrokken actoren, in de schoot van de eerstelijnszones. Een verbeterprogramma moet niet enkel één interventie tewerkstellen, maar structureel nieuwe vormen van samenwerken binnen de zones bekomen. Een implementatieprogramma wordt daarbij uitgeschreven om een mogelijke uitrol in de verschillende Vlaamse Eerstelijnszones te bekomen. ‘Er is maar één doel voor ogen en dat is mensen sneller, gemakkelijker en beter ondersteunen. Iedereen die een rol te spelen heeft in een traject naar werk, moet bij elkaar kunnen komen om een goede aanpak te garanderen,’ concludeert minister Brouns.