Brouns waarschuwt voor gebruik 'milieuvriendelijk' alternatief voor strooizout

Vlaams minister van Omgeving en Landbouw, Jo Brouns, heeft meer onderzoek gevraagd naar het gebruik van ureumhoudende dooikorrels. Deze korrels worden aangeprezen als een milieuvriendelijk alternatief voor strooizout. Ureum is echter een meststof die, indien ze als dooimiddel gebruikt wordt, een directe impact heeft op de waterkwaliteit. “Ik stel me ernstige vragen over het gebruik van dit product,” aldus Brouns tijdens de commissie Omgeving in het Vlaams Parlement vandaag. De minister wil dat de consument beter geïnformeerd wordt over de impact van dit product en streeft ernaar het gebruik ervan in te perken. 

Ureum is algemeen bekend als meststof voor planten en wordt zowel in de landbouw als voor particulier gebruik ingezet. Het wordt na toepassing echter omgezet in ammonium en vervolgens in nitraat. Deze omzetting vindt meestal in de bodem plaats, maar kan ook in de gracht plaatsvinden. Hoewel ureum in de eerste plaats als meststof wordt gebruikt, dient het blijkbaar door sommigen als dooimiddel om ijs en sneeuw te smelten. De stof is werkzaam tot een temperatuur van 10 °C.

Door sommigen wordt ureum gezien als een “milieuvriendelijk alternatief” in vergelijking met gangbaardere middelen, zoals natriumchloride (strooizout). Men stelt dat het minder schadelijk zou zijn voor planten en dieren en een geringere impact heeft op metaal en beton.

Vlaams minister Brouns stelt zich echter ernstige vragen bij dit ‘milieuvriendelijke’ alternatief. Tijdens de commissie Omgeving in het Vlaams Parlement pleitte de minister deze namiddag voor een beperking van het gebruik. “We vragen enorme inspanningen van onze land- en tuinbouwers om de impact van meststoffen op het milieu te verkleinen. Het is dan ook onrechtvaardig dat men, zonder enige controle, dit product zomaar vrij kan gebruiken als dooimiddel dat rechtstreeks terechtkomt in de waterloop,” aldus Brouns. De minister wil ook dat consumenten beter geïnformeerd worden over de milieueffecten van dit product.

“Ik heb aan mijn administratie gevraagd om het gebruik in kaart te brengen, zodat we op basis van het cijfermateriaal de nodige acties kunnen ondernemen met onze collega’s. We moeten alvast het gebruik hiervan zoveel mogelijk inperken,” aldus nog de minister tijdens de commissie.