Dienstenchequesector herstelt van coronacrisis

Corona heeft een impact gehad op elke sector, ook de dienstenchequesector. Zo daalde het gebruik van dienstencheques in 2020 met 16,85,% ten opzichte van 2019. In 2021 lijkt dit effect af te nemen. Het gebruik stijgt opnieuw, zo stelt het Jaarrapport Dienstencheques 2021 van het Departement Werk en Sociale Economie. Ook de jobbonus ondersteunt het dienstenchequepersoneel sterk.

Vlaams minister van Werk Jo Brouns: ‘De dienstenchequesector herstelt van de coronacrisis. Meer nieuwe gebruikers, meer aangevraagde cheques en meer gepresteerde uren per week. Daarnaast maken enorm veel werknemers uit de sector aanspraak op de jobbonus, zodat we hen nog meer kunnen ondersteunen met dat terechte financiële duwtje in de rug. Werken moet lonen.’

Zowel het aantal aangekochte cheques per gebruiker (+13,40%), als het aantal gepresteerde uren per week (+10,53%) en het aantal dienstenchequegebruikers (+1,60%) stegen in vergelijking met 2020. In totaal werden in 2021 83.191.124 cheques aangekocht door 755.201 gebruikers, waarvan 76.519 nieuwe gebruikers. Ze hebben deze gebruikt bij 1179 erkende ondernemingen.

Het aandeel elektronische dienstencheques groeit, ook bij ouderen.

In december 2021 werd voor het eerst de kaap van de 80% digitale dienstenchequegebruikers bereikt. In 2020 was dit maar 70,13%, in 2017 bedroeg dit nog maar de helft. Elektronische dienstencheques zijn vooral bij de jongere generatie ingeburgerd, maar ook bij de oudere leeftijdsgroepen blijft het elektronische gebruik groeien. Vanaf 1 januari 2025 zullen er enkel nog elektronische dienstencheques afgeleverd worden. Ouderen en personen die minder digitaal sterk zijn, zullen begeleid worden om de omschakeling van papieren naar elektronische dienstencheques te maken.

Werk voor kortgeschoolden en kwetsbare groepen

We zien dat in veel gezinnen de dienstencheque een belangrijk verschil betekent voor de combinatie van het werk- en het privéleven. Meer dan twee derde van de dienstenchequewerknemers werken bij tweeverdieners. Zo draagt de dienstenchequemedewerker er tevens toe bij dat de werkzaamheidsgraad historisch hoog ligt.

55,3% van de dienstenchequewerknemers is bovendien van vreemde origine. De sector biedt vooral jobs aan vrouwen met een migratieachtergrond, een populatie die traditioneel een hoge arbeidsmarktinactiviteit kent. De sector is duidelijk een toegangspoort tot arbeidsmarkt en draagt daarmee haar steentje bij in het opkrikken van de werkzaamheidsgraad van personen die traditioneel minder vlot hun weg vinden naar de arbeidsmarkt. Op die manier doen zij ook werkervaring op die ze in hun verdere carrière zeker kunnen gebruiken. Toch merken we dat het aantal werknemers daalt: tegen eind 2021 waren er 117.178 dienstenchequewerknemers. Dat zijn er 1032 minder dan in 2020. De daling is wel kleiner dan in 2020. De krapte op de arbeidsmarkt raakt dus ook de dienstenchequesector.

Jobbonus bereikt het dienstencheque-personeel

Vlaanderen wil dat werken meer loont. Daarom heeft zij de jobbonus in het leven geroepen. Met een financiële stimulans die kan oplopen tot 600 euro per jaar doet de Vlaamse Regering inspanningen om het verschil tussen werken en niet werken te vergroten. Daarbij volgt ook een extra premie van 100 euro om deze werknemers te ondersteunen doorheen de energiecrisis.

Van alle mensen die momenteel recht hebben op de jobbonus, zijn er 144.625 mensen die doorheen 2021 in de dienstencheque-sector gewerkt hebben. Bemerk dat dit getal zelfs hoger ligt dan het totale aantal mensen die tegen het einde van 2021 in de sector zijn tewerkgesteld: 117.178. Een verklaring hiervoor is een verloop van mensen die maar tijdelijk in de sector zijn tewerkgesteld, zoals een tijdelijke invulling die via een interimkantoor werd gemaakt. ‘Voor mij is de boodschap duidelijk: werken moet meer lonen,’ zegt minister Brouns. ‘En dat kan ik met de jobbonus concreet maken.’ De dienstenchequesector toont zich daarbij als een uitgelezen sector voor jobactivatie. ‘De sector is laagdrempelig voor veel mensen die hun eerste stappen op de arbeidsmarkt zetten - zoals bijvoorbeeld veel vrouwen met een migratieachtergrond - en kent daarnaast ook een groot verloop naar andere jobs,’ concludeert hij. Veel werknemers zijn er voor een korte periode aan de slag. ‘Ik ben tevreden dat de jobbonus voor deze groep het verschil tussen werken en niet-werken groter maakt.’

Vorige
Vorige

Vlaams Opleidingsverlof leidt meer mensen dan ooit naar zorg

Volgende
Volgende

Verstrengde ketenaansprakelijkheid bij illegale tewerkstelling moet einde maken aan kluwen van malafide constructies