Hervorming Vlaams handelsvestigingsbeleid wil kleinhandelaars en lokale besturen beter ondersteunen

Op voorstel van minister van Economie Jo Brouns en minister van Omgeving Zuhal Demir heeft de Vlaamse Regering een hervorming van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid principieel goedgekeurd. Vlaanderen zet daarmee volop in op de versterking van de lokale handelskernen. Met dit nieuwe kader wordt er ruimte gecreëerd voor innovatie in de sector, krijgen lokale besturen meer handvaten om een actief en structureel handelsbeleid te voeren en worden bestaande definities gemoderniseerd om mee te kunnen blijven met de nieuwste maatschappelijke tendensen.

‘Met meer handvaten voor lokale besturen om actief te participeren aan het handelsbeleid, kunnen we beter inspelen op lokale noden en een actiever beleid voeren dat gericht is op het optimaliseren van de ruimte in het centrum van een gemeente of stad,’ zegt minister Brouns. ‘Lokale besturen zullen met deze hervorming een meer structureel handelsvergunningenbeleid kunnen voeren. Voor gevallen waar de bestaande vergunningsplicht vandaag in de praktijk echter geen meerwaarde betekent, schaffen we die ook af.’

Belangrijke maatschappelijke evoluties noopten de ministers ertoe om aanpassingen te maken aan het  decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, dat dateert van 2016. De toename van e-commerce en de opkomst van nieuwe vormen van ondernemerschap zorgen ervoor dat nieuwe handelspanden niet steeds binnen de bestaande definities vielen. Met de aanpassing van de definitie van een kleinhandelsbedrijf worden nu ook mengvormen en maakwinkels gevat.

Ook afhaalpunten waar gekochte goederen enkel worden afgehaald, maar waar de consument wel binnenkomt - of omgekeerd, winkels waar de consumenten enkel komen kiezen met levering nadien, vallen vanaf nu onder de definitie. Tegelijk worden bestaande vergunningsplichten die geen meerwaarde betekenen in de praktijk afgeschaft: zo worden bijvoorbeeld twee afzonderlijke winkels die enkel een inrit en een uitrit delen, niet meer beschouwd als een vergunningsplichtig handelsgeheel.

De wijzigingen aan het decreet zijn sterk geïnspireerd op het participatietraject met de steden en gemeenten en met de andere stakeholders (Unizo, Comeos, VVSG en VVP) en de kamerbreed goedgekeurde resolutie van het Vlaams Parlement. De voorgestelde wijzigingen maken deel uit van een ruimer beleidsinitiatief om doelmatiger te kunnen sturen op de inplanting van kleinhandelsactiviteiten met respect voor de Europese Dienstenrichtlijn.

Lokale besturen worden eerst en vooral erkend in hun rol als belangrijke actoren in het kleinhandelsbeleid. Zo wordt de handhaving op omgevingsvergunningen voor kleinhandel verruimd van de politiezones naar de gemeenten, zodat zij ook zelf kunnen ingrijpen bij schendingen van de vergunningsplicht of -voorwaarden.

De hervorming draagt daarnaast bij aan een meer effectieve en meer transparante planning door een verdere verfijning te voorzien van de bestaande restcategorie van kleinhandel - de ‘andere producten’ - waarvoor een vergunning verleend kan worden. De hervorming onderscheidt bijkomende vervoers- en transportmiddelen van andere volumineuze goederen en niet-volumineuze goederen. De belevering van volumineuze goederen aan de winkel gebeurt immers vaak met vrachtwagens, zodat de gemeente kan oordelen dat – om de veiligheid in het centrum te garanderen – dit soort vestiging in de kern niet aangewezen is. De indeling laat gemeenten dus toe om beter rekening te houden met onder andere de mobiliteitsimpact van bepaalde soorten winkels.

Tenslotte wordt de opsplitsing van kleinhandelsbedrijven van meer dan 400 vierkante meter vergunningsplichtig gemaakt. Dit voorkomt dat gemeenten bijvoorbeeld de opsplitsing van een grote meubelwinkel in een aantal kleinere kleinhandelsbedrijven passief moeten ondergaan, terwijl dit een grote impact kan hebben op het verkeer dat op een bepaalde locatie gegenereerd wordt. Zo kunnen gemeenten er beter over waken dat kleinere handelszaken die ook in een centrum passen, zich daar vestigen en bijdragen aan een bruisende handelskern.

‘Het nieuwe handelsvestigingsbeleid is een belangrijke eerste stap, hiermee geven we de nodige ruimte aan lokale besturen om het heft in handen te nemen,’ concluderen beide ministers. ‘Zo kan het handelsvestigingsbeleid van lokale besturen evolueren van een ad hoc vergunningenbeleid naar een gedegen en sterke structureel beleid met een langetermijnvisie.’

Vorige
Vorige

Aantal werkzoekenden in augustus met 5% gedaald tegenover vorig jaar

Volgende
Volgende

645 kwetsbare Vlamingen vonden in 2020 de weg naar onze zorgboerderijen