Meer mensen aan het werk

Vandaag stelde mijn partij haar arbeidsmarktplan voor. Het gaat uit van enkele nagels waar ook ik als Vlaams minister op klop: werken moet meer lonen, werk geeft zin en perspectief, de krapte moeten we omvormen tot een kans en we laten niemand los.

In Vlaanderen zijn we bevoegd voor activering, maar het is duidelijk dat dit niet los gezien kan worden van de federale uitkeringen. De beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd en een versterkte degressiviteit zijn slechts twee van de vele maatregelen die gepaard gaan met sterk en inclusief activeringsbeleid, want het is een én-én-verhaal. Als we willen evolueren naar de werkzaamheidsgraad van de Scandinavische landen, die een uitgebalanceerd systeem van rechten en plichten kennen en we vaak als voorbeeld nemen, is dat ook gewoon nodig.

Een activeringsbeleid is immers bij uitstek een beleid van rechten en plichten. Sancties zijn daarbij geen doel, maar een middel. Voor werkzoekenden gaat een recht op een uitkering gepaard met een plicht op beschikbaarheid. En ja, verzaken aan die plicht leidt tot sancties. Als het moet, trekken we dus de rode kaart. In 2021 hebben net geen 7.000 werkzoekenden hun werkloosheidsuitkering minstens tijdelijk verloren. 1.362 werkzoekenden moeten eerst opnieuw gaan werken voor ze recht hebben op een uitkering.

In Vlaanderen hebben we met VDAB doorheen deze legislatuur een sterker en meer aanklampend activeringsbeleid uitgewerkt. Wie bij VDAB terecht komt, zal snel en op maat geholpen worden. We willen immers een sluitend aanbod voorzien voor die Vlamingen die werk zoeken. In het recente werkgelegenheidsakkoord hebben we de contactstrategie verder aangescherpt. Zo volgt er heel concreet een face-to-face gesprek binnen de twee weken met nieuw ingeschreven werkzoekenden waarvan de inschatting is dat ze niet op eigen houtje (terug) aan de slag kunnen. We leveren veel inspanningen om die mensen snel en op maat te helpen.

Het is niet alleen mijn overtuiging, maar onderzoek toont ook aan dat activering, een sterk loopbaanbeleid en investeren in opleiding en onderwijs, mensen vooruit helpt. Vlaanderen scoort daarin sterk: 53% van de werkzoekenden vindt na een jaar werk.  Onze regio situeert zich volgens Eurostat daarmee tussen Nederland (53,1%) en Duitsland (44%). Ter vergelijking, in Wallonië ligt dat cijfer op 34,7%, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 23,9%.

Niettegenstaande alle inspanningen van VDAB, van partners, van bedrijven, én van de betrokkene zelf, zijn er mensen waarvan VDAB inschat dat er op dat moment geen mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt. Voor deze mensen, die vaak een zware rugzak met zich meedragen, is de vraag of de werkloosheid wel het beste systeem is. Is het wenselijk dat mensen traject na traject volgen, zonder reële mogelijkheid op een job, ook niet in de sociale economie?

Wie en hoe groot is die groep? Van degenen die 3 jaar of langer werkzoekend zijn, zijn er 14.185 niet-inzetbaar op lange termijn. Van degenen die 4 jaar of langer werkzoekend zijn, zijn er 12.314 niet-inzetbaar op lange termijn. We laten hen evenwel niet los. Eens zij hun rugzak verlicht hebben en er sprake is van de juiste context om een traject naar werk te starten, staat VDAB uiteraard klaar om hen te begeleiden en passend aanbod te formuleren.

Uiteindelijk is het zo dat Vlaanderen vandaag nog iets meer dan 180.000 werkzoekenden telt, waarvan het merendeel reeds in een traject naar werk zit. Het is daarom cruciaal dat we ‘anders actieven’ aan het werk krijgen, zoals Vlamingen met een leefloon, langdurig zieken, huismannen- en vrouwen en asielzoekers. Want hierin scoren we, ook in Vlaanderen, niet goed. Slechts 12,5% van deze groep gaat op jaarbasis aan de slag, wat lager ligt dan het Europees gemiddelde.

Om dit te realiseren, is voor mij een sterkere rol van de lokale besturen een noodzakelijke voorwaarde. Eind december zullen bijvoorbeeld VDAB, RIZIV en de verzekeringsinstellingen een samenwerkingsakkoord ondertekenen die de re-integratie na langdurige ziekte moet versterken: ik ben er immers van overtuigd dat werk deel uitmaakt van het genezingsproces. Stap voor stap gaan we met deze brede groep aan de slag.

Als Vlaanderen, met een huidige werkzaamheidsgraad van 76,3%, wil evolueren in de richting van 80%, heeft het dus ook handvaten nodig die buiten mijn Vlaamse bevoegdheden liggen. Een hogere werkzaamheidsgraad is immers cruciaal in functie van een sterke sociale zekerheid. Je bouwt immers geen sociaal paradijs op een economisch kerkhof. Scandinavische overheidsuitgaven verdienen een solide financiering. De babyboomgeneratie zwaait af, en als we onze pensioenen willen financieren, zijn meer middelen nodig. Die haal je niet alleen uit belastingen. Laat ons plan een aanzet zijn voor een genuanceerd debat. Cd&v trekt alvast mee aan de kar.

Vorige
Vorige

Energiesteun voor zware energiekosten bij bedrijven in Vlaanderen

Volgende
Volgende

Flanders DC wordt het nieuwe Vlaamse design- en modecentrum