Vlaams Industrieplan zet in op kernenergie, innovatie, decarbonisatie en talent
Onze industrie is de ruggengraat van de Vlaamse welvaart. Het is de motor voor de Vlaamse economie, innovatie, tewerkstelling en export. De Vlaamse Regering gaat met een nieuw Industrieplan inspelen op de snel veranderende economische en geopolitieke realiteit. “De Vlaamse Regering slaat de handen in elkaar met de industriefederaties om de industrie de ruimte te geven om te kunnen ondernemen en produceren”, zegt Vlaams minister-president Matthias Diependaele, die het Industrieforum voorzit. “Samen gaan we voor een veerkrachtige en toekomstbestendige Vlaamse industrie. Dat is niet enkel essentieel voor onze welvaart, maar ook voor de strategische onafhankelijkheid van Vlaanderen”.
Het Industrieplan vertrekt van prioritaire actiedomeinen, die samen met de industriefederaties en -sectoren, in het kader van het Industrieforum omgezet worden in een 90-tal concrete acties op zowel korte termijn (2025) als middellange termijn, vooruitkijkend naar 2030. Zo legt het plan de basis voor een aantal structurele ingrepen die de toekomst van de Vlaamse industrie moeten veiligstellen.
Kernenergie als cruciaal onderdeel van de energiemix
De hoge energiekosten vormen voor de energie-intensieve industrie vandaag de grootste uitdaging. “Om die kosten op lange termijn te drukken is kernenergie een essentiële factor,” aldus minister-president Diependaele. “Daarom gaan we tegen het einde van dit jaar de concrete mogelijkheden bepalen voor de bouw van kleine modulaire kernreactoren.” Het potentieel van deze innovatieve reactoren voor de Vlaamse industrie is bijzonder groot. Het plan gaat daarom verder dan louter het onderzoeken van de mogelijkheden voor de bouw. “Vlaanderen kan mee investeren in de bouw van die kernreactoren. Ik geef de Participatiemaatschappij Vlaanderen dan ook meteen de opdracht om te bepalen op welke manier we financieel kunnen participeren in kernenergie.” aldus Diependaele.
Innovatie en decarbonisatie
Vlaanderen is een mondiale koploper op vlak van innovatie. Die innovatiekracht willen we maximaal uitspelen om de Vlaamse industrie ook internationaal een competitief voordeel te geven als innovatieve frontrunner.
Zo bundelen we de kracht en kennis van de Vlaamse Strategische Onderzoekscentra (imec, VITO, Flanders Make, VIB) met één industrieel kennisplatform zodat we meer impact en een grotere concurrentiekracht van de Vlaamse industrie kunnen verzekeren. Daarnaast screenen en rationaliseren we het financiële O&O&OI-instrumentarium om de Vlaamse industrie zo efficiënt mogelijk te ondersteunen.
Vlaanderen zal energie-intensieve bedrijven via aanpak op maat begeleiden op hun pad naar decarbonisatie. Zo zullen we actieve steun op maat bieden voor grote carbon capture and utilisation and storage (CCUS). We werken samen met PMV en het VEB aan de opportuniteiten en haalbaarheid van een publiek-private financiering voor energie- en decarbonisatieprojecten. “Door deze innovatieve technieken geven we onze Vlaamse industrie een internationaal competitief voordeel en verminderen we tegelijk de koolstofuitstoot” stelt Diependaele.
Talent
Vlaanderen is een poel van talent. Meer dan ooit moeten we die talenten nu verder ontwikkelen en er blijvend op inzetten. Door meer focus te leggen op STEM-opleidingen, versterken we de brug tussen onderwijs en industrie. Maar ook duaal leren en de opwaardering van technische en beroepsgerichte richtingen worden speerpunten. Onze industriefederaties zullen lokaal intensiever samenwerken om werkzoekenden duurzaam te activeren. Dat zorgt voor een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en helpt de industrie om de kloof tussen vraag en aanbod van geschoolde arbeidskrachten te verkleinen.
Sterke economie
Om buitenlandse afhankelijkheid op vlak van grondstoffen te verminderen is het versterken van de circulaire economie van groot belang. Daarom zal Vlaanderen onnodige drempels wegnemen om bijvoorbeeld het hergebruik van grondstoffen door de huidige afvalwetgeving te evalueren, wat de circulaire economie stimuleert. Een overleg tussen OVAM en de industriefederaties om de zogenaamde grondstofverklaring te optimaliseren, moet het circulaire proces mee versterken.
De koopkracht van de Vlaamse overheid, als aanbestedende overheid, is aanzienlijk. We gaan er dan ook voor zorgen dat onze Vlaamse KMO’s hier meer gefaciliteerd worden. Dit alles met behoud van onze open economie en respect voor Europese regelgeving.
Vergunningen
Een transparant en stabiel vergunningenkader is cruciaal voor de Vlaamse industrie , waarbij we rechtszekere en robuuste vergunningen willen verzekeren.
Jo Brouns, Vlaams minister van Omgeving en Landbouw, verduidelijkt: “Wie wil ondernemen moet daar alle kansen toe krijgen: snellere en meer efficiënte vergunningsprocedures zijn daarin essentieel. Daarom schakelen we naar de hoogste versnelling met deze regering: vergunningen moeten projecten beter maken, niet afremmen. Zeker in deze geopolitieke stormachtige tijden mag bureaucratie geen rem zijn op ondernemerschap en onze toekomstige welvaart.”
Infrastructuur
Een kwaliteitsvolle en betrouwbare infrastructuur is eveneens een essentiële voorwaarde voor onze industrie om tot een productiever en competitiever Vlaanderen te komen.
Annick De Ridder, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport licht toe: “Als logistieke draaischijf van Europa is het belangrijk om onze Vlaamse strategische infrastructuur, waaronder onze havens, niet alleen op peil te houden maar ook te versterken. We kijken dan binnen het kader van het actieplan voor de industrie specifiek naar duurzame vrachtwagenoplossingen, het verder uitwerken van zero-emissie vrachtbeleid en het versterken van onze binnenvaart. We focussen ook op een Vlaamse spoorstrategie, weliswaar in dialoog met het federale niveau, waarbij we zullen aandringen op prioritaire investeringen in economische verbindingen zoals de IJzeren Rijn.”
Alle overheden moeten in dezelfde richting
De Vlaamse industrie weerbaar maken vertrekt vanuit Vlaanderen, maar ze heeft ook federale en Europese hefbomen nodig om onze internationale concurrentiepositie te vrijwaren. Vlaanderen doet met dit plan wat in haar mogelijkheden ligt, maar ook de steun van de federale overheid en de Europese Commissie is nodig. In het kader van het federale ‘Make 2030’-programma gaat Vlaanderen rechtstreeks haar belangen qua federale bevoegdheden op tafel leggen.
Vooral de Europese Commissie moet ook haar intenties uit de Clean Industrial Deal nu in concrete acties omzetten. “Het is positief dat de nieuwe Commissie inziet dat ze de focus moest verschuiven van ecologie naar economie. Het komt er nu evenwel op neer om die woorden te schragen met concrete acties die de concurrentiekracht van onze Europese industrie ondersteunen.” besluit Diependaele.
De Vlaamse Regering zal op diplomatiek niveau dan ook de Europese Commissie blijven onder druk zetten. Vlaanderen organiseert ook eind dit jaar een industriemissie naar Duitsland om de Vlaamse industrie op het Europese toneel in de schijnwerpers te zetten.
Industriefederaties
In het Vlaams industrieforum bundelen de Vlaamse Regering en industriefederaties hun krachten voor versterkt industriebeleid.
“Deze Vlaamse regering neemt de industrie serieus en erkent de immense uitdagingen waarmee onze bedrijven geconfronteerd worden. Dit actieplan is een sterk engagement om de industrie te ondersteunen met specifieke aandacht voor een gunstiger investeringsklimaat, lagere energiekosten en een betere bescherming van de internationale concurrentiekracht. Het komt er nu op aan de klemtoon te leggen op de eerste lettergreep: actie. In een wereld die razendsnel verandert, moet Vlaanderen zonder dralen werk maken van een attractief en assertief industriebeleid. Via het Vlaams industrieforum zullen we kort op de bal spelen om de voortgang van de actiepunten nauwgezet op te volgen en de prioriteiten indien nodig bij te sturen, in functie van de geopolitieke ontwikkelingen. Zo zorgen we er samen voor dat industriebedrijven hier kunnen blijven produceren, innoveren en jobs creëren”, zeggen de vier grootste industriefederaties Agoria Vlaanderen (technologie), essenscia Vlaanderen (chemie en life sciences), Fedustria (hout, textiel en meubel) en Fevia Vlaanderen (voeding).
Dit Industrieplan kadert binnen de Vlaamse Versnelling, de productiviteits- en competitiviteitsagenda die het regeringsbrede kompas vormt, om Vlaanderen te verankeren als een toonaangevende industriële regio binnen Europa. Het Industrieplan is een dynamisch instrument dat voortdurend geëvalueerd wordt. De Vlaamse Regering maakt jaarlijks een stand van zaken op en kijkt samen met de industriefederaties waar bijsturing nodig is in functie van de actualiteit en de behoeften.